Vertalingen aderezar ES>NL
aderezar
werkw.
1) dar sabor a un alimento con condimentos o salsas -
op smaak brengen Aderezó la ensalada con mostaza. - Hij bracht de salade op smaak met mosterd. |
2) agregar algo que provoca más interés -
optooien La música aderezó la fiesta. - De muziek tooide het feest op. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aderezar (ww.) | bereiden (ww.) ; brouwen (ww.) ; gereed maken (ww.) ; iets toebereiden (ww.) ; klaarmaken (ww.) ; prepareren (ww.) ; toebereiden (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `aderezar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acicalarES: adornarES: aparejarES: apercibirES: arreglarES: decorarES: embellecerES: engalanarES: guarnecerES: guarnir