Vertalingen conveniencia ES>NL
la conveniencia
zelfst.naamw.
1) cualidad de conveniente -
wenselijkheid la conveniencia de comprar una vivenda - de wenselijkheid van het kopen van een woning |
2) cosa que resulta provechosa o de utilidad para una persona -
belang las conveniencias políticas - de politieke belangen |
a conveniencia (=de forma que interesa o resulta útil a alguien, sin tener en cuenta si es verdadero o falso) - uit (eigen) belang
Le contó toda su vida a conveniencia. - Hij vertelde hem zijn hele leven uit eigen belang.
|
de conveniencia (=por interés social o económico) - wenselijk
pacto de conveniencia - wenselijk verdrag
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la conveniencia (v) | rondborstigheid (znw.) ; de openhartigheid (v) ; de openheid (v) ; de opgeruimdheid (v) ; de oprechtheid (v) ; de ordelijkheid (v) ; het profijt ; de properheid (v) ; raadzaamheid (znw.) ; de onberispelijkheid (v) ; rondheid (znw.) ; smetteloosheid (znw.) ; de verleidelijkheid (v) ; voegzaamheid (znw.) ; de waarde (v) ; welgemanierdheid (znw.) ; de wenselijkheid (v) ; de winst (v) ; de gepastheid (v) ; de begeerlijkheid (v) ; de beleefdheid (v) ; de beschaafdheid (v) ; de betamelijkheid (v) ; de decorum ; de eerbaarheid (v) ; het fatsoen ; de fatsoenlijkheid (v) ; de baat ; de geschiktheid (v) ; gevoeglijkheid (znw.) ; het gewin ; de keurigheid (v) ; de kiesheid (v) ; de netheid (v) ; het nut |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `conveniencia`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: aberturaES: acomodoES: alborozoES: aperturaES: aptitudES: beneficioES: buenas costumbresES: buenos modalesES: candidezES: capacidad