Vertalingen candidez ES>NL
la candidez (v) | de argeloosheid (v) ; de eerlijkheid (v) ; de goedgelovigheid (v) ; de lichtgelovigheid (v) ; de naïveteit (v) ; de naïviteit (v) ; onbedorvenheid (znw.) ; de onschuld ; de openhartigheid (v) ; de openheid (v) ; de oprechtheid (v) ; de puurheid (v) ; de rechtschapenheid (v) ; rondborstigheid (znw.) ; rondheid (znw.) ; de waarheidszin (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `candidez`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: aberturaES: aperturaES: buenas costumbresES: buenos modalesES: candorES: confianzaES: convenienciaES: cordialidadES: credulidadES: decencia