Vertaal
Naar andere talen: • cocinar > DEcocinar > ENcocinar > FR
Vertalingen cocinar ES>NL

cocinar

werkw.
Uitspraak:  [koɑui'naɾ]

1) preparar los alimentos para comerlos culinair - koken
cocinar vegetales - groenten koken

2) tramar un asunto en secreto - bekokstoven
cocinar una trampa - een valstrik bekokstoven

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el cocinar (m) de maaltijd bereiden (znw.) ; het koken
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `cocinar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: cocer
ES: guisar