Vertalingen sabio ES>NL
I el/la sabio, -bia
zelfst.naamw.
Uitspraak: | ['saβjo, -βja] |
1) persona que posee profundos conocimientos en una materia -
geleerde un sabio de las matemáticas - een geleerde in de wiskunde |
2) persona que muestra prudencia en sus actos -
wijze La dificultades en la vida nos vuelven sabios. - We worden wijs van de moeilijkheden in het leven. |
II sabio, -bia
bijv.naamw.
que denota o implica sabiduría -
wijs una sabia decisión - een wijs besluit |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
sabio (znw.) | de wetenschapsbeoefenaar (m) ; de wetenschapper (m) ; de professor (m) ; de hoogleraar (m) ; het erudiet |
sabio | pienter ; ontwikkeld ; raadzaam ; slim ; vernuftig ; verstandig ; weldenkend ; wijs ; wijselijk ; zeer geleerd ; zeer ontwikkeld ; zinnig ; nadenkend ; intelligent ; hooggeleerde ; hooggeleerd ; gestudeerd ; geniaal ; geletterd ; geleerd ; doordacht ; diepzinnig ; diep ; correct ; belezen ; bedachtzaam ; geïnformeerd ; wijze |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `sabio`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: astutoES: avispadoES: cuerdoES: cultivadoES: cultoES: despabiladoES: despiertoES: diestroES: doctoES: erudito