Vertaal
Naar andere talen: • cazar > DEcazar > ENcazar > FR
Vertalingen cazar ES>NL

cazar

werkw.
Uitspraak:  [ka'ɑuaɾ]

1) buscar o perseguir animales para capturarlos o matarlos - jagen op
cazar patos salvajes - jagen op wilde eenden

2) conseguir algo difícil con habilidad - vangen
cazar un buen pretendiente - een goede huwelijkskandidaat vangen

3) descubrir una cosa oculta o un error - te pakken krijgen
cazar un virus de ordenador - een computervirus te pakken krijgen

4) entender el significado de alguna cosa con rapidez mental - achterhalen
cazar la respuesta al problema - het antwoord op het vraagstuk achterhalen

5) sorprender a una persona haciendo algo indebido o ilícito - betrappen op
Cacé a mi hermano espiando a la vecina. - Ik heb mijn broer betrapt toen hij zijn buurvrouw zat te bespieden.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
cazar (ww.) opjagen (ww.) ; vuren (ww.) ; voortjagen (ww.) ; vervolgen (ww.) ; trachten te verkrijgen (ww.) ; snel gaan (ww.) ; snappen (ww.) ; sjezen (ww.) ; schoten lossen (ww.) ; schieten (ww.) ; prooizoeken (ww.) ; ophitsen (ww.) ; opdrijven (ww.) ; nastreven (ww.) ; najagen (ww.) ; jagen (ww.) ; jachten (ww.) ; betrappen (ww.) ; azen (ww.) ; afvuren (ww.) ; afschieten (ww.)
cazar jagen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `cazar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acechar
ES: acosar
ES: afanarse tras
ES: apencar
ES: apresurar
ES: apresurarse
ES: aspirar a
ES: atrapar
ES: cautivar
ES: coger