Vertalingen casucha ES>NL
la casucha (v) | de hut ; het soepzootje ; de schuur ; de krottenwijk ; de krottenbuurt ; het kot ; kleine herdershut (znw.) ; de keet ; het kamertje ; het hutje ; de achterbuurt ; het huisje ; het hokje ; het hok ; het herdershutje ; de gribus (m) ; de cabine (v) ; bouwvakkersonderkomen (znw.) ; armoedige woning (znw.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `casucha`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: aberturaES: agujeroES: alojamientoES: bacheES: bandaES: barracaES: barrio bajoES: barrio de tuguriosES: barrio popularES: barullo