Vertalingen calamidad ES>NL
la calamidad
zelfst.naamw.
1) adversidad que padece alguien -
ramp Ese accidente fue una calamidad para su vida. - Dat ongeluk was een ramp voor zijn leven. |
2) persona torpe o incapaz de ciertas habilidades -
kluns Es una calamidad para el trabajo de oficina. - Hij is een kluns voor het kantoorwerk. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la calamidad (v) | de kwelling (v) ; de verschrikking (v) ; het torment ; de schertsvertoning (v) ; de ramp ; de plaag ; de pest ; de overlast (m) ; de nood (m) ; de hinder (m) ; de grief ; de farce ; de ergernis (v) ; de epidemie (v) ; de catastrofe ; de calamiteit (v) ; de agonie (v) |
calamidad | calamiteit |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `calamidad`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: accidenteES: adversidadES: avinagradoES: azoteES: bromistaES: cataclismoES: catástrofeES: crucesES: desastreES: desdicha