Vertalingen bicho ES>NL
el bicho
zelfst.naamw.
1) animal pequeño -
beestje bicho volador - vliegend beestje |
2) persona de malas intenciones -
raar beest Ese tipo es un mal bicho. - Die vent is een schoft. |
bicho raro (=persona poco común) - vreemde vogel
El vecino es un bicho raro. - De buurman is een vreemde vogel.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el bicho (m) | het beest ; de dier (m) ; leuter ; de lul (m) ; de piemel (m) ; de pik (m) |
bicho | bicho ; defect ; storing |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bicho`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: alimañaES: animalES: bestiaES: insectoES: sabandija