Vertaal
Naar andere talen: • atrabancar > DEatrabancar > ENatrabancar > FR
Vertalingen atrabancar ES>NL
atrabancar (ww.) afbakenen (ww.) ; afpalen (ww.) ; afzetten (ww.) ; begrenzen (ww.) ; keutelen (ww.) ; neppen (ww.) ; omlijnen (ww.) ; omranden (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `atrabancar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abrir
ES: acorralar
ES: acotar
ES: agrandarse
ES: alzar
ES: amanecer
ES: amputar
ES: apagar
ES: apear
ES: apoyarse en