Vertalingen arrestar ES>NL
arrestar
werkw.
poner en prisión a alguien -
arresteren | La policía arrestó al criminal. - De politie heeft de crimineel gearresteerd. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| arrestar (ww.) | aanhouden (ww.) ; arresteren (ww.) ; gevangennemen (ww.) ; in hechtenis nemen (ww.) ; inrekenen (ww.) ; oppakken (ww.) ; vatten (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `arrestar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: aprehenderES: apresarES: cautivarES: coger presoES: coger prisioneroES: detenerES: encarcelarES: encerrar