Vertaal
Naar andere talen: • arañar > DEarañar > ENarañar > FR
Vertalingen arañar ES>NL

I arañar

werkw.
Uitspraak:  [aɾaˈɲaɾ]

1) raspar o herir la piel con las uñas - krabben
El gato le arañó el brazo. - De kat krabde zijn arm.

2) rayar una superficie lisa - krassen
arañar el cristal - het glas krassen


II arañar

werkw.

juntar lo necesario de a poco y de distintos lugares - bijeenschrapen
Arañando de aquí y de allá compró la comida. - Met het bijeenschrapen van her en der, kocht hij het eten.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
arañar (ww.) afkrabben (ww.) ; bijeenschrapen (ww.) ; krassen (ww.) ; openkrabben (ww.) ; schrapen (ww.) ; schrappen (ww.) ; zich krabben (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `arañar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: rascar