Vertalingen apetecer ES>NL
I apetecer
werkw.
desear algo, tener ganas de hacer o comer algo -
zin hebben Me apetece un chocolate caliente. - Ik heb zin in warme chocolademelk. |
II apetecer
werkw.
gustar, provocar deseo o hambre -
bevallen El agua siempre apetece. - Water gaat er altijd in. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
apetecer (ww.) | houden van (ww.) ; lekker vinden (ww.) ; lusten (ww.) ; zin hebben (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `apetecer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: ambicionarES: anhelarES: ansiarES: arder en deseosES: aspirarES: codiciarES: desearES: desear ansiosamenteES: desear con vehemenciaES: envidiar