Vertalingen abjurar ES>NL
abjurar (znw.) | de verloochening (v) |
abjurar (ww.) | afzweren (ww.) ; logenstraffen (ww.) ; loochenen (ww.) ; verloochenen (ww.) ; verstoten (ww.) ; verzaken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `abjurar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: contradecirES: desmentirES: negarES: renegar deES: renunciar aES: repudiar