1. MWB
  2. Vertalen
  3. trastorno (ES>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • trastorno > DE • trastorno > EN • trastorno > FR
Vertalingen trastorno ES>NL

el trastorno

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [tɾas'toɾno]

1) alteración producida en las características esenciales o en el desarrollo normal de una cosa - verstoring
La revolución industrial conllevó un trastorno de los medios de producción. - De industriële revolutie heeft een verstoring van de productiemiddelen met zich meegebracht.

2) alteración del funcionamiento del organismo o del equilibrio mental de una persona - stoornis
Sufría un grave trastorno nervioso. - Hij leed aan een ernstige zenuwstoornis.

3) perturbación del desarrollo normal de la vida de una persona que ocasiona molestias - overlast
Es un trastorno tener que cambiar tantas veces de línea de bus para llegar. - Het is een heel gedoe om zo vaak van buslijn te moeten veranderen om er te komen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el trastorno (m) de slordigheid (v) ; de verwardheid (v) ; de verwarring (v) ; de wanorde ; de wanordelijkheid (v) ; het zooitje
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `trastorno`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abandono
ES: aturdimiento
ES: desarreglo
ES: desbarajuste
ES: desconcierto
ES: descuido
ES: desidia
ES: desorden
ES: enredo
ES: incuria