Vertaal
Naar andere talen: • mojar > DEmojar > ENmojar > FR
Vertalingen mojar ES>NL

I mojar

werkw.
Uitspraak:  [mo'xaɾ]

1) humedecer un cuerpo con un líquido - natmaken
mojar con agua - met water natmaken

2) impregnar un alimento en una sustancia o introducirlo en ella - soppen
mojar el pan con tuco - het brood in de tomatensaus soppen

3) orinar - plassen in/op
mojar la cama - in bed plassen

4) celebrar un acontecimiento tomando unas bebidas - toosten op
Mojaremos este triunfo con cerveza. - We zullen met bier op deze overwinning toosten.


II mojarse

werkw.
Uitspraak:  [mo'xaɾse]

1) echarse agua encima - natmaken
mojarse los pies - de voeten natmaken

2) orinarse involuntariamente en la cama o sobre la propia ropa - het in de broek doen
Mi sobrino se moja de noche. - Mijn neefje plast ´s nachts in bed.

3) tomar partido, eligiendo una opción - zich uitlaten
Tendrá que mojarse con medidas más duras. - Hij zal zich moeten uitlaten met hardere maatregelen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
mojar (ww.) besproeien (ww.) ; bespuiten (ww.) ; bevochtigen (ww.) ; dopen (ww.) ; nat maken (ww.) ; sproeien (ww.)
mojar natten
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `mojar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: bañar
ES: bautizar
ES: calar
ES: chorrear
ES: embeber
ES: empapar
ES: ensopar
ES: fluir
ES: gotear
ES: humectar