Vertaal
Naar andere talen: • fiesta > DEfiesta > ENfiesta > FR
Vertalingen fiesta ES>NL

la fiesta

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['fjesta]

1) reunión de personas en un lugar para divertirse o celebrar algún acontecimiento - feest
fiesta de cumpleaños - verjaardagsfeest

2) día no laborable en que se conmemora algún acontecimiento civil o religioso - viering
fiestas patronales - vieringen van de patroonheilige

3) día en que la iglesia católica celebra un acontecimiento o santo - feestdag
El 1 de mayo es fiesta de San José obrero. - 1 Mei is de feestdag van de Heilige Jozef van de arbeiders.
uitdrukking fiesta de guardar

4) día o temporada en que se celebra un acontecimiento - viering
fiesta de la primavera - viering van de lente

5) manifestación de alegría - feest
Cada vez que llegaba, su perro hacía una fiesta. - Iedere keer als hij aankwam, sprong zijn hond op van vreugde.

6) cosa que proporciona alegría y deleite - genot
Escuchar el concierto era una fiesta para los oídos. - Het luisteren naar het concert was een genot voor het gehoor.
uitdrukking aguar la fiesta
uitdrukking tener la fiesta en paz

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
la fiesta (v) het festival ; vreugdefeest (znw.) ; de viering (v) ; de party (v) ; het partijtje ; de partij (v) ; de instuif (m) ; informele receptie (znw.) ; de fuif ; de festiviteit (v) ; het festijn ; de feestviering (v) ; de feestje ; de feestelijkheid (v) ; de feestdag (m) ; het feest ; de ceremonie (v) ; de borrel (m)
fiestahet feestmaaltijd
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `fiesta`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: bienvenida
ES: ceremonia
ES: coliche
ES: festival
ES: francachela
ES: solemnidad