Vertalingen fallecer ES>NL
fallecer
werkw.
morir alguien -
overlijden | En vecino falleció hace dos días. - De buurman is twee dagen geleden overleden. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| fallecer (znw.) | de uitvallen |
| fallecer (ww.) | bezwijken (ww.) ; doodgaan (ww.) ; heengaan (ww.) ; kapotgaan (ww.) ; omkomen (ww.) ; ontslapen (ww.) ; overlijden (ww.) ; sneuvelen (ww.) ; vallen (ww.) ; verscheiden (ww.) ; wegvallen (ww.) |
| fallecer | sterven |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `fallecer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abandonarES: acabarES: adormecerseES: adormilarseES: agonizarES: caerES: dejar de existirES: desaparecerES: dormirseES: dormitarse