Vertalingen contener ES>NL
I contener
werkw.
1) colocar dentro de un objeto alguna cosa -
bevatten Esta botella contiene agua. - Deze fles bevat water. |
2) retener el movimiento de un cuerpo -
niet bewegen Tiene que contener el brazo para que cure. - Hij mag zijn arm niet bewegen zodat die kan genezen. |
3) reprimir la pasión -
onderdrukken No puede contener sus ánimos. - Hij kan zijn stemmingen niet onderdrukken. |
II contenerse
werkw.
reprimir una pasión o sentimiento -
zich inhouden Se contuvo para no herirlo. - Hij hield zich in om hem niet te kwetsen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
contener (znw.) | de inhoud (m) |
contener (ww.) | inmaken (ww.) ; inkapselen (ww.) ; inpekelen (ww.) ; inperken (ww.) ; insluiten (ww.) ; inzouten (ww.) ; limiteren (ww.) ; met handen omvatten (ww.) ; omspannen (ww.) ; omvatten (ww.) ; opzijleggen (ww.) ; opzouten (ww.) ; reserveren (ww.) ; terughouden (ww.) ; toevoegen (ww.) ; waarmee iets gevuld is (ww.) ; inhouden (ww.) ; achterhouden (ww.) ; bedwingen (ww.) ; behelzen (ww.) ; behouden (ww.) ; beperken (ww.) ; beteugelen (ww.) ; bevatten (ww.) ; bijsluiten (ww.) ; bijvoegen (ww.) ; binnenhouden (ww.) ; geen afstand doen van (ww.) ; houden (ww.) ; in bedwang houden (ww.) ; indammen (ww.) |
contener | inslikken ; omlaag houden |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `contener`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abarcarES: abrazarES: acapararES: adjuntarES: adobarES: agregarES: aislarES: amortiguarES: atenuarES: caber