to pitch	stampen (ww.) ; keilen (ww.)
the pitch	de intonatie (v) ; de klank (m) ; klankgeluid (znw.) ; de pek (m) ; het speelveld ; de toon (m) ; de toonhoogte (v)
pitch	teer ; stampbeweging ; spoed van schroefdraad ; stampen ; stampende beweging ; steek ; steek van cirkel ; sterk overhangende stapel ; tandsteek ; tekenbreedte ; teleenheid voor draaddichtheid ; toonhoogte ; traphelling ; trilling over de lengte-as ; veldje ; wikkelspoed ; natuurlijke hars ; dakhelling ; deling ; dompen ; gangafstand ; gatafstand ; hars ; helling ; hellingshoek ; instelhoek ; knikbeweging ; knopendichtheid ; langshelling ; afstand ; pek ; pik ; pitch ; puntlasafstand ; rastersteek ; schriftdeling ; schroefspoed ; slaglengte ; spaanhoek ; spoed ; spoed van de schroef

Bronnen: Vlietstra; interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek; MWB; Architectural terms




EN: heave
EN: list
EN: reel
EN: rock
EN: roll
EN: sound
EN: stagger
EN: sway
EN: tilt
EN: wobble

Let op; `pitch` wordt wel in UK-Engels gebruikt maar niet of zelden in US-Engels. In UK-Engels gebruikt men `pitch` In US-Engels gebruikt men `playing field`

EN: who touches pitch will be defiled, pitch sticks NL: wie met pek omgaat wordt er mee besmeurd
EN: fly a high pitch NL: hoog vliegen (van vogel) NL: (figuurlijk) een hoge vlucht nemen
EN: pitch in NL: (spreektaal) de hand aan de ploeg slaan NL: 'm van katoen geven
EN: pitch into NL: (spreektaal) te lijf gaan
EN: pitch (up) on NL: kiezen NL: ergens opkomen (bijv. het juiste antwoord)
EN: a pitched battle NL: een geregelde (vooraf in elkaar gezette) veldslag