chief, principal or most important: “the main purpose”
hoofd-
(alsomains) the chief pipe or cable in a branching system of pipes or cables: “The water's been turned off at the main(s)”
hoofdleiding

'mainly (Bijwoord)

more (of) the thing mentioned than anything else; mostly or largely: “This skirt is mainly dark grey.”
voornamelijk

'mainland (Zelfstandig naamwoord)

a large piece of land as compared with neighbouring islands: “Britain is not part of the mainland of Europe.”
vasteland

'mainspring (Zelfstandig naamwoord)

the chief spring, especially the spring that causes the wheels to move in a watch or clock.
veer

'mainstream (Zelfstandig naamwoord)

the chief direction or trend of a system of theories, developments etc: “the mainstream of traditional art.”
heersende stroming
© K Dictionaries Ltd.

main	belangrijkste ; belangrijkst ; hoofd ; hoofd- ; hoofdleiding ; hoofdlensleiding ; hoofdzakelijk ; hoofdzakelijke ; voornaamst ; voornaamste

Bronnen: interglot; Wikipedia; Vlietstra; Wakefield genealogy pages; Autowoordenboek; Download IATE, European Union, 2017.




EN: basic
EN: biggest
EN: chief
EN: crucial
EN: foremost
EN: fundamental
EN: key
EN: largest
EN: leading
EN: major

Let op; `main` wordt wel in UK-Engels gebruikt maar niet of zelden in US-Engels. In UK-Engels gebruikt men `main` In US-Engels gebruikt men `line: e.g. gas line / water line etc.`

EN: by main force NL: door geweld
EN: to have an eye to the main chance NL: op eigen voordeel letten
EN: be connected to the mains, be on the mains NL: aangesloten zijn op gas, (electriciteit, water) NL: ogen door dobbelaar genoemd voor hij gooit (5, 6, 7, 8 of 9) NL: hanengevecht
EN: with might and main NL: uit alle macht
EN: in the main NL: over het geheel