to leading	aanvoeren (ww.)
the leading	het voorgaan ; het leidinggeven ; de leiding (v) ; het besturen ; de aanvoering (v)
leading (bnw.)	voorafgaand (bnw.)
leading	maatgevend ; leidend ; prominent ; toonaangevend ; vooraan ; vooraanstaand ; vooraanstaande ; voorin ; voornaam ; voorop ; hooggezeten ; hooggeplaatst ; gezaghebbend ; geacht ; eerste ; dominant ; befaamd ; aanvoerend ; interlinie ; zwaaien ; voornaamst ; voorijlen ; verzegeling met lood ; verloding ; verloden ; toongevend

Bronnen: interglot; Vlietstra; MWB; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek; Wakefield genealogy pages




EN: ascendant
EN: central
EN: chief
EN: foremost
EN: governing
EN: influential
EN: main
EN: major
EN: overriding
EN: prevailing

EN: leading article NL: hoofdartikel NL: voornaamste artikel NL: 'lokkertje'
EN: leading case NL: (jur.) proefproces precedent
EN: men of light and leading NL: kopstukken
EN: leading light NL: prominente figuur
EN: leading man (lady) NL: eerste acteur (actrice)
EN: leading question NL: suggestieve vraag