Vertaal
Naar andere talen: • grow > DEgrow > ESgrow > FR
Vertalingen grow EN>NL

1 (of plants) to develop: “Carrots grow well in this soil.”
groeien

2 to become bigger, longer etc: “My hair has grown too long”
groeien

3 to cause or allow to grow: “He has grown a beard.”
laten groeien; laten staan

4 (with into) to change into, in becoming mature: “Your daughter has grown into a beautiful woman.”
worden

5 to become: “It's growing dark.”
worden

'grower (Zelfstandig naamwoord)

a person who grows (plants etc): “a tomato-grower.”
kweker

grown (Bijvoeglijk naamwoord)

adult: “a grown man”
volwassen, groot

growth (Zelfstandig naamwoord)

1 the act or process of growing, increasing, developing etc: “the growth of trade unionism.”
groei

2 something that has grown: “a week's growth of beard.”
groei

3 the amount by which something grows: “to measure the growth of a plant.”
groei

4 something unwanted which grows: “a cancerous growth.”
gezwel, tumor

'grown-'up (Zelfstandig naamwoord)

an adult.
volwassene

grown-up (Bijvoeglijk naamwoord)

mature; adult; fully grown: “Her children are grown up now”
volwassen

grow on

to gradually become liked: “I didn't like the painting at first, but it has grown on me.”
steeds meer boeien

grow up

to become an adult: “I'm going to be an engine-driver when I grow up.”
opgroeien, groot zijn
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to grow stijgen (ww.) ; groter worden (ww.) ; hoger worden (ww.) ; omhoog komen (ww.) ; omhoog rijzen (ww.) ; omhooggaan (ww.) ; omhoogstijgen (ww.) ; opgroeien (ww.) ; opzetten (ww.) ; rijzen (ww.) ; groot worden (ww.) ; tieren (ww.) ; toenemen (ww.) ; uitdijen (ww.) ; uitzwellen (ww.) ; vermeerderen (ww.) ; volgroeien (ww.) ; volwassen worden (ww.) ; wassen (ww.) ; groeien (ww.) ; gedijen (ww.) ; beschaven (ww.) ; aanzwellen (ww.) ; aanwinnen (ww.) ; aanwassen (ww.) ; aangroeien (ww.)
the growde bloesem (m)
grow bebouwen ; aankweken ; gebeuren ; kweken ; raken ; telen ; toegaan ; verbouwen ; voortgang hebben ; worden
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot


Voorbeeldzinnen met `grow`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: bud
EN: burgeon
EN: develop
EN: germinate
EN: push
EN: shoot
EN: spring
EN: swell
EN: vegetate

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: grow away from NL: vervreemden v.
EN: grow downward NL: afnemen, kleiner worden
EN: grow into one NL: aaneengroeien, één worden
EN: grow up NL: opgroeien, volwassen worden
EN: grown-up NL: bn & zn volwassen(e)
EN: grow upon NL: vat krijgen op