1 (often withat) to send or fire (bullets, arrows etc) from a gun, bow etc: “The enemy were shooting at us”
schieten

2 to hit or kill with a bullet, arrow etc: “He went out to shoot pigeons”
neerschieten

3 to direct swiftly and suddenly: “She shot them an angry glance.”
snel werpen

4 to move swiftly: “He shot out of the room”
snel (doen) bewegen

5 to take (usually moving) photographs (for a film): “That film was shot in Spain”
filmen

6 to kick or hit at a goal in order to try to score.
schieten

7 to kill (game birds etc) for sport.
jagen
a new growth on a plant: “The deer were eating the young shoots on the trees.”
loot

shooting-star

meteor

shoot down

to hit (a plane) with eg a shell and cause it to crash.
neerscheiten

shoot rapids

to pass through rapids (in a canoe).
stroomversnellingen voorbijschieten

shoot up

to grow or increase rapidly: “Prices have shot up.”
snel stijgen


© K Dictionaries Ltd.

to shoot	schoot (ww.) ; jaagpartij (ww.) ; jacht (ww.) ; jachtpartij (ww.) ; jonge plant (ww.) ; neerschieten (ww.) ; opnemen (ww.) ; plantestekje (ww.) ; schieten (ww.) ; schieten op (ww.) ; filmen (ww.) ; schoten lossen (ww.) ; spruit (ww.) ; stek (ww.) ; storten (ww.) ; takje (ww.) ; twijg (ww.) ; verfilmen (ww.) ; vuren (ww.) ; wildjacht (ww.) ; afvuren (ww.) ; afschieten (ww.) ; afknallen (ww.)
the shoot	de stekje ; scheut (ww.) ; scheut ; loot (ww.) ; loot
shoot	loot ; coleoptiel ; paffen ; pluimschede ; scheut ; schieten ; stortbak ; stortgoot ; uitloper ; uitspruitsel ; uitzetten

Bronnen: interglot; Vlietstra; KNNV Botanical glossary; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages




EN: cutting

EN: shoot! NL: (Am.) spreek op!
EN: shoot ahead of NL: voorbijschieten
EN: shoot bolt home NL: grendel dichtschuiven
EN: a fool's bolt is soon shot NL: een gek zijn kruit is gauw verschoten
EN: I'll be shot if NL: ik mag hangen als
EN: shoot a cat NL: (plat) braken
EN: shoot crystals NL: (heroïne)spuiten
EN: shoot a film NL: een film maken
EN: shoot a line NL: een heel rek bommen ineens loslaten NL: opscheppen
EN: shoot one's linen NL: z'n manchetten laten zien
EN: shoot the moon NL: met de noorderzon vertrekken
EN: a shooting star NL: vallende ster
EN: shoot straight NL: goed (kunnen) schieten
EN: shoot off one's mouth NL: zijn mond voorbij praten NL: zwetsen
EN: shoot out one's lips NL: de lippen minachtend krullen