1. MWB
  2. Vertalen
  3. boss (EN>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • boss > DE • boss > ES • boss > FR
Vertalingen boss EN>NL
the master or manager: “the boss of the factory.”
baas
(usually withabout/around) to order: “Stop bossing everyone about!”
commanderen

'bossy (Bijvoeglijk naamwoord)

liking to order others about.
bazig

'bossily (Bijwoord)

bazig

'bossiness (Zelfstandig naamwoord)

bazigheid
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
the boss werkbaas (znw.) ; de voorman (m) ; de patroon (m) ; de meesteres (v) ; de meester (m) ; de gebiedster (v) ; de directeur (m) ; de chef (m) ; de bazin (v) ; de baas (m)
boss superieur ; wielnaaf ; versterkingsnok ; verdikking in stang ; verdikking ; aanvoerder ; schroefnaaf ; opperhoofd ; oog voor een as ; oog in de zin van verdikking in stang met oog ; nok ; neut ; naafstuk ; naaf van de schroef ; naaf ; meerdere ; kern ; hoofd ; heer ; gebieder
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek; Wakefield genealogy pages; Vlietstra


Voorbeeldzinnen met `boss`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: administrator
EN: company
EN: director
EN: executive
EN: manager
EN: owner
EN: principal
EN: supervisor