Vertaal
Naar andere talen: • accompany > DEaccompany > ESaccompany > FR
Vertalingen accompany EN>NL

1 to go with (someone or something): “He accompanied her to the door.”
begeleiden

2 to play a musical instrument to go along with (a singer etc): “He accompanied her on the piano.”
begeleiden

ac'companiment (Zelfstandig naamwoord)

something that accompanies: “I'll play the piano accompaniment while you sing.”
begeleiding

ac'companist (Zelfstandig naamwoord)

a person who plays a musical accompaniment.
begeleider
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to accompany meedragen (ww.) ; wegvoeren (ww.) ; wegslepen (ww.) ; wegsjouwen (ww.) ; wegdragen (ww.) ; wegbrengen (ww.) ; volgen (ww.) ; vergezellen (ww.) ; meelopen (ww.) ; meegaan (ww.) ; geleiden (ww.) ; escorteren (ww.) ; chaperonneren (ww.) ; begeleiden (ww.) ; afvoeren (ww.)
accompany accompagneren ; meelopen met ; begeleiding ; begeleiden
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; cibg.be; A.M.T.S.


Voorbeeldzinnen met `accompany`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: attend
EN: conduct
EN: guide
EN: lead
EN: shepherd
EN: usher