Vertaal
Naar andere talen: • Überholen > ENÜberholen > ESÜberholen > FR
Vertalingen Überholen DE>NL

überholen

werkw.
Uitspraak:  [yːbɐˈhoːlən]

1) sich schneller bewegen als jemand / etw. und an ihm vorbeilaufen oder -fahren - inhalen
Endlich konnten wir (den Lastwagen) überholen. - Eindelijk konden wij (de vrachtauto) inhalen.
Kurz vor dem Ziel wurde er noch überholt. - Kort voor de finish werd hij toch nog ingehaald.

2) technisch überprüfen und wieder gebrauchsfähig machen - nakijken
Das Auto wurde komplett überholt. - De auto werd helemaal nagekeken.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
überholen (ww.) inhalen (ww.) ; inlopen (ww.) ; ondervangen (ww.) ; ontlopen (ww.) ; passeren (ww.) ; reviseren (ww.) ; voorbijgaan (ww.) ; voorbijrijden (ww.)
überholen herstellen ; het op-en voorbijlopen ; inhalen
Bronnen: cibg.be; interglot; Wikipedia; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Überholen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: passieren
DE: vorbeifahren
DE: vorbeigehen
DE: vorbeilaufen
DE: vorüberfahren
DE: vorübergehen