1. MWB
  2. Vertalen
  3. zutreffen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • zutreffen > EN • zutreffen > ES • zutreffen > FR
Vertalingen zutreffen DE>NL

zutreffen

werkw.
Uitspraak:  [ˈʦuːtrɛfən]

1) korrekt sein - kloppen , juist zijn
Trifft es zu, dass Sie zum genannten Zeitpunkt am Tatort waren? - Klopt het dat u op het genoemde tijdstip op de plaats van delict was?

2) in einer Situation gültig sein, angewendet werden können - van toepassing zijn
Diese Regel trifft in unserem Fall nicht zu. - De regel is voor ons niet van toepassing.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
zutreffen gelden ; kloppen ; opgaan



Voorbeeldzinnen met `zutreffen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: die richtige Grösse/Form haben
DE: hinkommen
DE: passen
DE: stimmen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: das trifft nicht ganz zu NL: dat klopt niet helemaal