Vertalingen stimmen DE>NL
stimmen
werkw.
1) richtig, korrekt sein -
kloppen „Das sind also 534 Euro. Stimmts?‟ – „Stimmt genau!‟ - "Dat zijn dan € 534,00. Klopt het?" - "Klopt exact!" |
Stimmt so / schon! (=drückt aus, dass jemand das Wechselgeld behalten kann) - het is goed zo
|
irgendwo / mit jemandem / etw. stimmt etwas nicht (=etw. ist nicht in Ordnung) - iets klopt er niet
Du siehst so blass aus, stimmt (mit dir) etwas nicht? - Je ziet er zo bleek uit, scheelt er iets?
|
2) wahr sein -
kloppen „Stimmt es, dass er entlassen wurde?‟ – „Ja, stimmt!‟ - "Klopt het dat je bent ontslagen?" - "Ja, dat klopt!" |
3) seine Stimme abgeben -
stemmen mit Ja / Nein stimmen - met Ja / Nee stemmen für einen Vorschlag stimmen - voor een voorstel stemmen gegen einen Kandidaten stimmen - tegen een kandidaat stemmen |
4) so einstellen, dass alle Töne die richtige Höhe haben -
stemmen eine Gitarre stimmen - een gitaar stemmen |
5) deel van de uitdrukking: jemanden froh / traurig / ... stimmen (=jemanden in eine frohe / traurige / ... Stimmung versetzen) - iemand vrolijk / treurig stemmen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
stimmen (ww.) | congruent zijn (ww.) ; correct zijn (ww.) ; juist zijn (ww.) ; kloppen (ww.) ; kloppen met (ww.) ; overeenkomen (ww.) ; overeenkomen met (ww.) ; overeenstemmen met (ww.) ; stroken (ww.) ; stroken met (ww.) ; zijn stem uitbrengen (ww.) |
das Stimmen | een stem uitbrengen (znw.) ; het kiezen ; het stemmen ; de stemmenblokken |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `stimmen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abstimmenDE: aufgehenDE: aussuchenDE: deckenDE: die richtige Grösse/Form habenDE: eine Wahl treffenDE: GleichenDE: gleichkommenDE: hinkommenDE: in Ordnung seinUitdrukkingen en gezegdes
DE: das stimmt nicht
NL: dat klopt niet, is niet juist