Vertalingen zurückgehen DE>NL
zurückgehen
werkw.
1) sich zum Ausgangspunkt bewegen -
teruggaan Wir gingen zu Fuß zum Hotel zurück. - Wij gingen te voet terug naar het hotel. |
2) geringer werden -
achteruitgaan Die Verkaufszahlen sind leicht zurückgegangen. - De verkoopaantallen zijn licht achteruitgegaan. |
3) sich nach hinten bewegen -
achteruitgaan zwei Schritte zurückgehen - twee stappen achteruitgaan |
4) deel van de uitdrukking: etw. geht auf jemanden / etw. zurück (=etw. stammt von jemandem / etw.) - stamt van
Diese Redensart geht auf Goethe zurück. - Deze uitdrukking is afkomstig van Goethe.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zurückgehen (ww.) | slinken (ww.) ; zinken (ww.) ; wegrotten (ww.) ; weerkeren (ww.) ; wederkeren (ww.) ; verzieken (ww.) ; vervallen (ww.) ; verteren (ww.) ; verrotten (ww.) ; vergaan (ww.) ; verderven (ww.) ; teruggrijpen (ww.) ; teruggaan (ww.) ; tenondergaan (ww.) ; ruineren (ww.) ; nekken (ww.) ; kleiner worden (ww.) ; instorten (ww.) ; declineren (ww.) ; dateren (ww.) ; bezwijken (ww.) ; bederven (ww.) ; afzakken (ww.) ; achteruitgaan (ww.) |
zurückgehen | aftakelen ; verlopen ; minder worden |
Bronnen: interglot; Trueterm; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `zurückgehen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abflauenDE: abnehmenDE: fallenDE: nachlassenDE: rückwärts fahrenDE: rückwärts gehenDE: rückwärts laufenDE: rückwärts schreitenDE: sich senkenDE: sich vermindern