Vertalingen Winden DE>NL
winden
werkw.
1) durch Drehen und Verschlingen herstellen -
vlechten 2) um etw. schlingen -
draaien Sie wand sich die Leine um das Handgelenk. - Zij draaide de riem om haar pols. |
3) sich wie eine Schlange bewegen -
kronkelen Er wand sich durch das Gitter. - Hij wrong zich door de tralie. |
4) sich krümmen -
kronkelen Sie wand sich unter seinem prüfenden Blick. - Zij kromp ineen onder zijn controlerende blik. |
5) in Schlangenlinien verlaufen -
kronkelen Ein schmaler Pfad wand sich durchs Tal. - Een smal pad kronkelde door het dal. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
winden (ww.) | kringelen (ww.) ; zich wringen (ww.) ; wrikken (ww.) ; worstelen (ww.) ; vervormen (ww.) ; ronddraaien (ww.) ; ophijsen (ww.) ; met iemand worstelen (ww.) ; kronkelen (ww.) ; kolken (ww.) ; in kringetjes ronddraaien (ww.) ; hijsen (ww.) ; draaien (ww.) |
Winden | kleurslieren ; wringen ; wriemelen ; stries |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Winden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anhebenDE: aufhebenDE: aufhissenDE: aufholenDE: aufrichtenDE: aufrollenDE: aufwickelnDE: aufwindenDE: aufziehenDE: ausredenUitdrukkingen en gezegdes
DE: sich
winden
NL: (zich) kronkelen NL: ineenkrimpen (van pijn)DE: gewunden
NL: gedraaid NL: kronkelend, kronkelig