Vertalingen wiederkehren DE>NL
I wiederkehren
werkw.
Uitspraak: | [ˈviːdɐkeːrən] |
1) zurückkommen -
terugkeren Er kehrte von seiner Reise niemals wieder. - Hij keerde nooit terug van reis. |
2) sich wiederholen -
terugkeren Dieses Thema kehrt den ganzen Film hindurch wieder. - Dit onderwerp keert in de hele film steeds weer terug. |
II die Wiederkehr
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈviːdɐkeːɐ] |
Verbuigingen: | Wiederkehr |
deel van de uitdrukking: terugkeer eine Reise ohne Wiederkehr - een reis zonder terugkomst |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
wiederkehren (ww.) | wederkeren (ww.) ; weerkeren (ww.) |
wiederkehren | terugkomen ; weer voor de geest komen |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `wiederkehren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: heimfindenDE: heimkehrenDE: heimkommenDE: kehrenDE: sich wiederholenDE: umdrehenDE: umkehrenDE: zurückkehrenDE: zurückkommen