Vertaal
Naar andere talen: • weglaufen > ENweglaufen > ESweglaufen > FR
Vertalingen weglaufen DE>NL

weglaufen

werkw.
Uitspraak:  [ˈvɛklaufən]

sich schnell zu Fuß von einem Ort entfernen - weglopen
Die Kinder liefen vor dem Hund weg. - De kinderen liepen weg voor de hond.
uitdrukking (von zu Hause) weglaufen
uitdrukking jemandem weglaufen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
weglaufen (ww.) de plaat poetsen (ww.) ; ervandoor gaan (ww.) ; hem smeren (ww.) ; lopend weggaan (ww.) ; van huis weglopen (ww.) ; weglopen (ww.) ; zich uit de voeten maken (ww.)
weglaufen ervantussen gaan
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `weglaufen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: auf und davongehen
DE: davoneilen
DE: davonlaufen
DE: desertieren
DE: die Beine in die Hand nehmen
DE: die Beine unter die Arme nehmen
DE: die Flucht ergreifen
DE: durchbrennen
DE: durchgehen
DE: Entkommen