Vertalingen entkommen DE>NL
entkommen
werkw.
fliehen können -
ontkomen , ontsnappen Sie ist ihren Verfolgern entkommen. - Zij is aan haar achtervolgers ontsnapt. Wie konnte er (aus dem Gefängnis) entkommen? - Hoe kan hij (uit de gevangenis) ontsnappen? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Entkommen (ww.) | ontkomen (ww.) ; zich met geweld losbreken (ww.) ; zich bevrijden (ww.) ; wegvluchten (ww.) ; weglopen (ww.) ; vrijkomen (ww.) ; vluchten (ww.) ; uitwijken voor iets (ww.) ; uitwijken (ww.) ; op vrije voeten gesteld worden (ww.) ; ontvluchten (ww.) ; ontsnappen (ww.) ; ontslagen worden (ww.) ; loskomen (ww.) ; losbreken (ww.) ; lopend weggaan (ww.) ; er vandoor gaan (ww.) ; er tussenuit knijpen (ww.) |
das Entkommen | uitbreken (znw.) ; de uitbraak ; de ontvluchting (v) ; de ontsnapping (v) |
Entkommen | uitgebroken ; ontsnapt ; ontkomen aan ; ontspringen aan |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `entkommen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AusbrechenDE: AusbruchDE: ausgebrochenDE: aussteigenDE: ausweichen vor etwasDE: befreienDE: davoneilenDE: durchbrennenDE: entfahrenDE: entfallen