Vertalingen davoneilen DE>NL
davoneilen (ww.) | wegijlen (ww.) ; zich vrijmaken (ww.) ; wegwaaien (ww.) ; wegstuiven (ww.) ; wegspoeden (ww.) ; wegsnellen (ww.) ; wegrennen (ww.) ; weglopen (ww.) ; wegkomen (ww.) ; lopend weggaan (ww.) ; weghollen (ww.) ; weghaasten (ww.) ; wegdraven (ww.) ; vluchten (ww.) ; verwaaien (ww.) ; ontvluchten (ww.) ; ontkomen (ww.) ; ontglippen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `davoneilen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AusbrechenDE: aussteigenDE: davonlaufenDE: durchbrennenDE: entfliehenDE: entkommenDE: EntwischenDE: fliehenDE: fortfliegenDE: fortrennen