Vertaal
Naar andere talen: • vorstellen > ENvorstellen > ESvorstellen > FR
Vertalingen vorstellen DE>NL

I vorstellen

werkw.
Uitspraak:  [ˈfoːɐʃtɛlən]

1) sich in Gedanken ein Bild von etw. machen - voorstellen
Könntest du dir auch vorstellen, nur halbtags zu arbeiten? - Zou je je ook kunnen voorstellen om alleen maar halve dagen te werken?
Paris habe ich mir ganz anders vorgestellt. - Ik had me Parijs helemaal anders voorgesteld.
Stell dir mal vor, was ich gerade erlebt habe: ... - Moet je eens horen wat ik net heb meegemaakt: ...
uitdrukking sich etw. unter etw. vorstellen

2) den eigenen oder jds Namen nennen - voorstellen
Darf ich Ihnen meine Tochter Kerstin vorstellen? - Mag ik je mijn dochter Kerstin voorstellen?
Hast du dich schon bei den neuen Nachbarn vorgestellt? - Heb jij je al bij de nieuwe buren voorgesteld?

3) mit jemandem sprechen, um sich für einen Job zu bewerben - voorstellen
Morgen stelle ich mich bei der Bank vor. - Morgen heb ik een sollicitatiegesprek bij de bank.

4) etw. einem Publikum / Kunden vorführen - voorstellen
sein neues Programm vorstellen - een nieuw programma voorstellen

5) auf eine spätere Uhrzeit einstellen - vooruitzetten
Am Sonntag müssen wir die Uhren um eine Stunde vorstellen. - Op zondag moesten wij de klokken een uur vooruitzetten.


II vorstellbar

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈfoːɐʃtɛlbaːɐ]

deel van de uitdrukking: voorstelbaar
Es ist kaum vorstellbar, dass die Schule für diese Aktion Geld zur Verfügung stellt. - Het is nauwelijks voorstelbaar dat de school voor deze actie geld ter beschikking stelt.


III die Vorstellung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈfoːɐʃtɛŋ]
Verbuigingen:  Vorstellung , Vorstellungen

1) gedankliches Bild, das man von jemandem / etw. hat - voorstelling
Ich habe eine andere Vorstellung von Freundschaft als du. - Ik heb een andere voorstelling van vriendschap dan jij.
Welche Preisvorstellung hätten Sie denn? - Welke prijsvoorstel had u dan?

2) Fähigkeit, sich Dinge auszudenken, die es nicht gibt - voorstelling
Diese Gefahr existiert doch nur in deiner Vorstellung! - Dit gevaar bestaat toch alleen in je eigen voorstelling!

3) Veranstaltung, bei der etw. einem Publikum vorgeführt wird cinema - voorstelling
Karten für die Nachmittagsvorstellung kaufen - kaarten voor de middagvoorstelling kopen

4) das Vorführen vor Publikum, Kunden - voorstelling
die Vorstellung eines neuen Produkts auf einer Messe - de introductie van een nieuw product op een beurs

5) das Nennen des Namens usw. beim Kennenlernen - voorstellen
Zu Beginn des Treffens gab es eine kurze Vorstellung von allen Teilnehmern. - De samenkomst werd begonnen met het kort voorstellen van alle deelnemers.

6) Gespräch mit einem potenziellen Arbeitgeber - voorstellen
eine Einladung zur persönlichen Vorstellung bekommen - een uitnodiging ontvangen om persoonlijk voor te stellen


IV das Vorstellungsgespräch

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈfoːɐʃtɛŋsgəʃprɛːç]
Verbuigingen:  Vorstellungsgespräch(e)s , Vorstellungsgespräche

deel van de uitdrukking: kennismakingsgesprek
Sie hat um 10 Uhr ein Vorstellungsgespräch. - Zij heeft om 10.00 uur een kennismakingsgesprek.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vorstellen (ww.) aanbieden (ww.) ; inleiden (ww.) ; introduceren (ww.) ; laten zien (ww.) ; offreren (ww.) ; openen (ww.) ; presenteren (ww.) ; tonen (ww.) ; voorleggen (ww.) ; voorstellen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `vorstellen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anbieten
DE: bekanntmachen mit
DE: darbieten
DE: darstellen
DE: einführen
DE: einleiten
DE: feilbieten
DE: in Berührung bringen mit
DE: introduzieren
DE: symbolisieren

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: er stellt etwas vor in diesem Dorfe NL: hij betekent wat in dit dorp