1. MWB
  2. Vertalen
  3. vorschreiben (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • vorschreiben > EN • vorschreiben > ES • vorschreiben > FR
Vertalingen vorschreiben DE>NL

vorschreiben

werkw.
Uitspraak:  [ˈfoːɐʃraibən]

1) festlegen, was jemand tun muss oder wie etw. sein muss - voorschrijven
Welches Mindestalter ist dafür vorgeschrieben? - Wat is de voorgeschreven minimum leeftijd?
die vorgeschriebenen Fristen einhalten - de voorgeschreven termijn aanhouden

2) jemandem sagen, was er tun soll - voorschrijven
Ich lasse mir von niemandem vorschreiben, wie ich meine Kinder zu erziehen habe! - Ik laat me door niemand voorschrijven hoe ik mijn kinderen moet opvoeden!

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vorschreiben (ww.) afkondigen (ww.) ; bevelen (ww.) ; decreteren (ww.) ; dicteren (ww.) ; gebieden (ww.) ; gelasten (ww.) ; ingeven (ww.) ; ordonneren (ww.) ; verordineren (ww.)
das Vorschreibenhet bepalen ; beschikken (znw.) ; het verordenen ; het voorschrijven
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `vorschreiben`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anordnen
DE: auferlegen
DE: auftragen
DE: befehlen
DE: bekanntmachen
DE: bestimmen
DE: dekretieren
DE: diktieren
DE: eingeben
DE: gebieten