Vertaal
Naar andere talen: • vertun > ENvertun > ESvertun > FR
Vertalingen vertun DE>NL

vertun

werkw.
Uitspraak:  [fɛɐˈtuːn]

1) sinnlos verbrauchen, ohne ein bestimmtes Ziel zu erreichen - verspillen
Jetzt hast du deine letzte Chance vertan. - Je hebt nu je laatste kans verknoeit.

2) Fehler bei etw. machen - vergissen
Ich habe mich bei der Abrechnung noch nie vertan! - Ik heb me met de rekening nog nooit vergist.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vertun (ww.) verbeuzelen (ww.) ; verboemelen (ww.) ; verbrassen (ww.) ; verdoen (ww.) ; vergieten (ww.) ; verknoeien (ww.) ; verkopen (ww.) ; verkwanselen (ww.) ; verkwisten (ww.) ; verlummelen (ww.) ; verprutsen (ww.) ; verspillen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `vertun`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: bummeln
DE: kleckern
DE: verderben
DE: vergeuden
DE: verhunzen
DE: vermasseln
DE: vermurksen
DE: verpfuschen
DE: verprassen
DE: verschwenden

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich vertun NL: het verkeerd doen