Vertaal
Naar andere talen: • verprassen > ENverprassen > ESverprassen > FR
Vertalingen verprassen DE>NL

verprassen

werkw.
Uitspraak:  [fɛɐˈprasən]

ohne Verstand ausgeben - verbrassen
Er verprasste den gesamten Lottogewinn innerhalb weniger Monate. - Binnen enkele maanden had hij zijn gehele lotto-prijs verbrast.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
verprassen (ww.) opmaken (ww.) ; potverteren (ww.) ; verboemelen (ww.) ; verbrassen (ww.) ; verkopen (ww.) ; verkwanselen (ww.) ; verkwisten (ww.) ; versjacheren (ww.) ; verspillen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `verprassen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: durchbringen
DE: mit vollen Händen ausgeben
DE: seineErsparnisseverprassen
DE: um die Ecke bringen
DE: vergeuden
DE: verhunzen
DE: verjubeln
DE: verjuxen
DE: verläppern
DE: verplempern