Vertaal
Naar andere talen: • veranlassen > ENveranlassen > ESveranlassen > FR
Vertalingen veranlassen DE>NL

veranlassen

werkw.
Uitspraak:  [fɛɐˈ|anlasən]

1) bewirken, dass jemand etw. tut - ertoe brengen
Was hat dich dazu veranlasst, ihm zu schreiben? - Wat heeft je ertoe gebracht om hem te schrijven?
Seine Bemerkung veranlasste sie zum Nachdenken. - Zijn opmerking zette haar tot nadenken.

2) dafür sorgen, dass etw. getan wird - ervoor zorgen
Sie veranlasste eine genaue Prüfung der Angelegenheit. - Zij zorgde voor een precieze controle van de zaak.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
veranlassen (ww.) aanleiding geven tot (ww.) ; ophitsen (ww.) ; provoceren (ww.) ; uitdagen (ww.) ; uitlokken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `veranlassen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anregen
DE: anreizen
DE: aufhetzen
DE: aufmuntern
DE: aufputschen
DE: aufregen
DE: aufreizen
DE: aufstacheln
DE: aufwecken
DE: ermuntern

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich veranlaßt sehen NL: zich genoopt zien
DE: das Erforderliche veranlassen NL: de nodige maatregelen nemen