Vertaal
Naar andere talen: • trommeln > ENtrommeln > EStrommeln > FR
Vertalingen trommeln DE>NL

trommeln

werkw.
Uitspraak:  [ˈtrɔməln]

1) auf der Trommel spielen muziek - trommelen
einen Wirbel trommeln - roffelen op de trommel

2) in kurzen Abständen gegen etw. klopfen - trommelen
Der Regen trommelte aufs Dach. - De regen roffelde op het dak.
Sie trommelte wütend mit den Fäusten gegen seine Brust. - Zij trommelde woedend met haar vuisten op zijn borst.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
trommeln (ww.) aanmodderen (ww.) ; de trom roeren (ww.) ; prutsen (ww.) ; roffelen (ww.) ; trommelen (ww.)
das Trommelnhet geroffel ; het getrommel
trommeln trommelen ; trommellakken ; trommelpolijsten
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `trommeln`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: baggern
DE: basteln
DE: fummeln
DE: herumdoktern
DE: herumfingern
DE: herumpfuschen
DE: pfuschen
DE: rasseln
DE: rauhabhobeln
DE: wirbeln