Vertalingen trommeln DE>NL
trommeln
werkw.
1) auf der Trommel spielen muziek -
trommelen einen Wirbel trommeln - roffelen op de trommel |
2) in kurzen Abständen gegen etw. klopfen -
trommelen Der Regen trommelte aufs Dach. - De regen roffelde op het dak. Sie trommelte wütend mit den Fäusten gegen seine Brust. - Zij trommelde woedend met haar vuisten op zijn borst. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
trommeln (ww.) | aanmodderen (ww.) ; de trom roeren (ww.) ; prutsen (ww.) ; roffelen (ww.) ; trommelen (ww.) |
das Trommeln | het geroffel ; het getrommel |
trommeln | trommelen ; trommellakken ; trommelpolijsten |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `trommeln`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: baggernDE: bastelnDE: fummelnDE: herumdokternDE: herumfingernDE: herumpfuschenDE: pfuschenDE: rasselnDE: rauhabhobelnDE: wirbeln