Vertaal
Naar andere talen: • herumfingern > ENherumfingern > ESherumfingern > FR
Vertalingen herumfingern DE>NL
herumfingern (ww.) aanmodderen (ww.) ; broddelen (ww.) ; foezelen (ww.) ; friemelen (ww.) ; frommelen (ww.) ; frunniken (ww.) ; prutsen (ww.) ; rommelen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `herumfingern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: angrapschen
DE: baggern
DE: basteln
DE: einenWirbelschlagen
DE: fummeln
DE: herumbasteln
DE: herumdoktern
DE: herumkramen
DE: herumpfuschen
DE: pfuschen