1. MWB
  2. Vertalen
  3. pfuschen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • pfuschen > EN • pfuschen > ES • pfuschen > FR
Vertalingen pfuschen DE>NL

I pfuschen

werkw.
Uitspraak:  [ˈpfʊʃən]

unsauber und nicht fachmännisch arbeiten - slordig
Bei der Reparatur wurde gepfuscht. - De reparatie werd slordig uitgevoerd.


II der Pfusch

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [pfʊʃ]
Verbuigingen:  Pfusch(e)s

deel van de uitdrukking: prutswerk
Pfusch machen - prutswerk leveren
Pfusch am Bau - slordig werken in de bouw

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
pfuschen (ww.) aanklooien (ww.) ; aanmodderen (ww.) ; broddelen (ww.) ; klooien (ww.) ; klungelen (ww.) ; klunzen (ww.) ; knoeien (ww.) ; modderen (ww.) ; prutsen (ww.) ; rommelen (ww.) ; rotzooien (ww.) ; stuntelen (ww.) ; verprutsen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `pfuschen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: baggern
DE: basteln
DE: einenWirbelschlagen
DE: fummeln
DE: herumbasteln
DE: herumdoktern
DE: herumfingern
DE: herumkramen
DE: herumpfuschen
DE: rasseln

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: einem ins Handwerk pfuschen NL: onder iemands duiven schieten