Vertaal
Naar andere talen: • trocken > ENtrocken > EStrocken > FR
Vertalingen trocken DE>NL

trocken

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈtrɔkən]

1) frei von Feuchtigkeit - droog
Bei dem Wind wird die Wäsche schnell trocken. - Met deze wind droogt de was snel.
Ohne Soße ist mir das Fleisch zu trocken. - Zonder saus vind ik het vlees te droog.
uitdrukking im Trockenen / ins Trockene
uitdrukking auf dem Trockenen sitzen

2) mit wenig Regen - droog

3) ohne Butter und Belag - droog
nur ein trockenes Brötchen essen - alleen een snee droog brood eten

4) wenig unvergorenen Zucker enthaltend - droog

5) sehr sachlich und langweilig - droog
Statistiken sind mir zu trocken. - Statistieken zijn mij te droog.

6) ohne Ausschmückungen und sehr witzig - droog
Er ist berühmt für seine trockenen Kommentare. - Hij is beroemd om zijn droge commentaar.

7) keinen Alkohol mehr trinkend - droog
Er ist seit einem Jahr trocken. - Hij staat al sinds één jaar droog.

8) keine Windeln mehr brauchend - droog

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
trocken (bnw.) zindelijk (bnw.)
trocken dor ; droge ; droog ; leukweg ; onbewaakt ; schraal ; schriel ; verdord ; vochtvrij ; droog ; droogweg (bijwoord) ; sec
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `trocken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: ausgedorrt
DE: ausgedörrt
DE: ausgetrocknet
DE: feuchtigkeitsfrei
DE: fruchtlos
DE: herb
DE: karg
DE: knapp
DE: mager
DE: niederschlagsfrei

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: auf dem trockenen sitzen NL: aan de grond zitten, geen cent meer hebben
DE: auf dem, im trockenen sein NL: in veiligheid, geborgen zijn
DE: trockener Wechsel NL: promesse