Vertalingen trocken DE>NL
trocken
bijv.naamw.
1) frei von Feuchtigkeit -
droog Bei dem Wind wird die Wäsche schnell trocken. - Met deze wind droogt de was snel. Ohne Soße ist mir das Fleisch zu trocken. - Zonder saus vind ik het vlees te droog. |
im Trockenen / ins Trockene (=im / ins Haus o. Ä., wo es nicht regnet) - binnenshuis
Kommt schnell rein ins Trockene! - Kom snel binnenshuis!
|
auf dem Trockenen sitzen (=nichts zu trinken haben) - op een droogje zitten
|
2) mit wenig Regen -
droog 3) ohne Butter und Belag -
droog nur ein trockenes Brötchen essen - alleen een snee droog brood eten |
4) wenig unvergorenen Zucker enthaltend -
droog 5) sehr sachlich und langweilig -
droog Statistiken sind mir zu trocken. - Statistieken zijn mij te droog. |
6) ohne Ausschmückungen und sehr witzig -
droog Er ist berühmt für seine trockenen Kommentare. - Hij is beroemd om zijn droge commentaar. |
7) keinen Alkohol mehr trinkend -
droog Er ist seit einem Jahr trocken. - Hij staat al sinds één jaar droog. |
8) keine Windeln mehr brauchend -
droog © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
trocken (bnw.) | zindelijk (bnw.) |
trocken | dor ; droge ; droog ; leukweg ; onbewaakt ; schraal ; schriel ; verdord ; vochtvrij ; droog ; droogweg (bijwoord) ; sec |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `trocken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ausgedorrtDE: ausgedörrtDE: ausgetrocknetDE: feuchtigkeitsfreiDE: fruchtlosDE: herbDE: kargDE: knappDE: magerDE: niederschlagsfreiUitdrukkingen en gezegdes
DE: auf dem
trockenen sitzen
NL: aan de grond zitten, geen cent meer hebbenDE: auf dem, im
trockenen sein
NL: in veiligheid, geborgen zijnDE: trockener Wechsel
NL: promesse