Vertaal
Naar andere talen: • triumphieren > ENtriumphieren > EStriumphieren > FR
Vertalingen triumphieren DE>NL

triumphieren

werkw.
Uitspraak:  [triʊmˈfiːrən]

1) über einen Erfolg jubeln - overwinning
Er hatte leider zu früh triumphiert. - Hij had helaas te vroeg gejuicht.

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking über jemanden / etw. triumphieren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
triumphieren (ww.) behalen (ww.) ; de overwinning behalen (ww.) ; triomferen (ww.) ; verkrijgen (ww.) ; winnen (ww.) ; zegepralen (ww.) ; zegevieren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `triumphieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: bekommen
DE: besiegen
DE: davontragen
DE: den Sieg erringen
DE: einen Sieg davontragen
DE: einen Sieg erringen
DE: einen Triumph erringen
DE: erhalten
DE: erreichen
DE: erzielen