Vertaal
Naar andere talen: • Tippen > ENTippen > ESTippen > FR
Vertalingen Tippen DE>NL

tippen

werkw.
Uitspraak:  [ˈtɪpən]

1) am Computer oder mit der Schreibmaschine schreiben - typen
Sie kann sehr schnell tippen. - Zij kan heel snel typen.
Soll ich dir den Brief tippen? - Zal ik de brief voor je typen?
Tippfehler - typefout

2) kurz berühren - tikken
Jemand tippte ihr auf die Schulter. - Iemand tikte op haar schouder.
Sie tippte sich vielsagend an die Stirn. - Zij tikt veelbetekenend op haar voorhoofd.

3) etw. für wahrscheinlich halten - wedden
Ich tippe, dass er wieder zu spät kommt. - Ik wed dat hij weer te laat komt.
uitdrukking auf jemanden / etw. tippen

4) Geld darauf setzen, dass eine Zahl gezogen wird, jemand ein Rennen oder Spiel gewinnt usw. - wedden
Er tippt jede Woche die gleichen Zahlen. - Hij wed elke week op dezelfde getallen.
aufs richtige Pferd tippen - op het goede paard wedden
Tippschein - wedbriefje

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
tippen (ww.) aankloppen (ww.) ; aanroeren (ww.) ; aanstippen (ww.) ; aantikken (ww.) ; even aanraken (ww.) ; kloppen (ww.) ; machineschrijven (ww.) ; tikken (ww.) ; typen (ww.)
Tippen met horten schakelen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Tippen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abklopfen
DE: anklopfen
DE: antupfen
DE: auf der Schreibmaschine schreiben
DE: aufgehen
DE: aufstampfen
DE: klopfen
DE: pochen
DE: streifen
DE: ticken

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: auf etwas tippen NL: iets vermoeden
DE: daran ist nicht zu tippen NL: daar valt niets op aan te merken
DE: an einen nicht tippen können NL: aan iemand niet kunnen tippen