Vertalingen Teppich DE>NL
der Teppich
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈtɛpɪç] |
| Verbuigingen: | Teppichs , Teppiche |
weicher Belag für den Fußboden aus Wolle o. Ä. -
tapijt  auf dem Teppich bleiben
(=realistisch denken, nicht übertreiben) - met beide benen op de grond blijven staan
|
| etw. unter den Teppich kehren
(=etw. Negatives verheimlichen) - iets onder tafel vegen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| der Teppich | het karpet ; het kleed ; het tapijt ; het tapijtje ; de vloerbedekking (v) ; het vloerkleed |
| Teppich | vloerkleedje ; vloermat ; vloertapijt |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek
Voorbeeldzinnen met `Teppich`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BelagDE: Decke
