1. MWB
  2. Vertalen
  3. Stottern (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Stottern > EN • Stottern > ES • Stottern > FR
Vertalingen Stottern DE>NL

stottern

werkw.
Uitspraak:  [ˈʃtɔtɐn]

1) Laute und Silben jeweils mehrmals wiederholen medisch - stotteren

2) vor Angst, Aufregung o. Ä. stockend sprechen - stotteren
Er stotterte eine verlegene Entschuldigung. - Hij stamelde verlegen een excuus.
Beim Versuch, sich zu rechtfertigen, kam sie ins Stottern. - Bij de poging om zich te verdedigen begon hij te stotteren.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
stottern (ww.) hakkelen (ww.) ; haperen (ww.) ; knorren (ww.) ; knorrend geluid maken (ww.) ; stamelen (ww.) ; stotteren (ww.)
Stottern ischofonie ; stotteren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Stottern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: brodeln
DE: brummeln
DE: brummen
DE: brutzeln
DE: grunzen
DE: gurren
DE: Knurren
DE: lallen
DE: meckern
DE: murren

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: auf Stottern NL: op afbetaling
DE: stotternd bremsen NL: pompend remmen