1. MWB
  2. Vertalen
  3. Schwinden (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Schwinden > EN • Schwinden > ES • Schwinden > FR
Vertalingen Schwinden DE>NL

schwinden

werkw.
Uitspraak:  [ˈʃvɪndən]

kleiner, geringer werden - verminderen , afnemen
Sie fühlte ihre Kräfte schwinden. - Zij voelde haar krachten afnemen.
Eine Diät ließ seine überflüssigen Pfunde schwinden. - Een dieet liet zijn overtollige kilo's verdwijnen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
schwinden (ww.) inkrimpen (ww.) ; verschrompelen (ww.) ; verminderen (ww.) ; verkleinen (ww.) ; verdwijnen (ww.) ; smelten (ww.) ; slinken (ww.) ; schrompelen (ww.) ; samentrekken (ww.) ; opruimen (ww.) ; minder worden (ww.) ; krimpen (ww.) ; indrogen (ww.) ; declineren (ww.) ; afruimen (ww.) ; afnemen (ww.) ; afdekken (ww.) ; achteruitgaan (ww.)
Schwinden contractie ; krimping ; krimpen ; krimp ; inkrimping
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Schwinden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abbauen
DE: abblenden
DE: abdecken
DE: abmontieren
DE: abnehmen
DE: abschirmen
DE: abschwellen
DE: abziehen
DE: Anstellen
DE: aufhellen