1. MWB
  2. Vertalen
  3. schmälern (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • schmälern > EN • schmälern > ES • schmälern > FR
Vertalingen schmälern DE>NL

schmälern

werkw.
Uitspraak:  [ˈʃmɛːlɐn]

1) verringern, kleiner machen - verminderen , kleiner maken
Die kleinen Fehler schmälern den Wert des Werkes kaum. - De kleine fouten verminderde nauwelijks de waarde van het werk.

2) herabwürdigen - vernederen , kleineren
Ich will ja nicht deinen Erfolg schmälern, aber ... - Ik wil geen afbreuk doen aan je succes maar ...

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
schmälern (ww.) achteruitgaan (ww.) ; beschadigen (ww.) ; declineren (ww.) ; denigreren (ww.) ; inkorten (ww.) ; kleineren (ww.) ; korter maken (ww.) ; terugdraaien (ww.) ; terugschroeven (ww.) ; verkorten (ww.) ; verslechteren (ww.) ; verzwakken (ww.)
schmälern verminderen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `schmälern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: begrenzen
DE: beschränken
DE: eindämmen
DE: einengen
DE: eingrenzen
DE: einschränken
DE: limitieren